Wedgwood naar Newton Temperatuurconversie
1 °W x (-22÷67) = -0,328 °N
Gerelateerde berekeningen
Unit definities
Wat is een Wedgwood (°W)?
De Wedgwood-schaal, ontwikkeld door Josiah Wedgwood in 1782, meet hoge temperaturen aan de hand van kleikrimp. Elke graad komt overeen met een samentrekking van 1/240 deel van een kleimonster bij verhitting. Deze eenheid werd vooral gebruikt in keramiekproductie voordat moderne thermometers beschikbaar kwamen.
- Symbool: °W
- Gebruik: Historische industrieel gebruik, keramiekonderzoek
- Definitie: 1°W ≈ 1078°C (startpunt van kleisintering)
Wat is een Newton (°N)?
Isaac Newton stelde deze schaal in 1701 voor, gebaseerd op het kookpunt van lijnolie (0°N) en smeltpunt van ijs (33°N). Het was een vroege poging om temperatuur objectief te meten, maar raakte in onbruik door de opkomst van Celsius en Fahrenheit.
- Symbool: °N
- Gebruik: Vroege thermodynamische experimenten
- Definitie: 0°N = kookpunt lijnolie (~335°C), 33°N = smeltpunt ijs
Conversieformule
Om Wedgwood naar Newton om te rekenen gebruik je: °N = °W × (-22/67)
De negatieve factor ontstaat omdat Newton’s nulpunt hoger ligt dan Wedgwood’s basiswaarde. Het lijkt contra-intuïtief, maar historisch gezien logisch door hun verschillende referentiepunten.
Voorbeeldberekeningen
- 12°W naar Newton
12 × (-22/67) ≈ -3.94°N
Dit betekent dat 12 Wedgwood-graden overeenkomen met ongeveer -4 Newton-graden. - 50°W naar Newton
50 × (-22/67) ≈ -16.42°N
Een typische oventemperatuur voor porselein vertaalt zich zo naar Newtons schaal.
Conversietabellen
Wedgwood naar Newton
Wedgwood (°W) | Newton (°N) |
---|---|
1 | -0.33 |
5 | -1.64 |
10 | -3.28 |
20 | -6.57 |
50 | -16.42 |
100 | -32.84 |
Newton naar Wedgwood
Newton (°N) | Wedgwood (°W) |
---|---|
-10 | 30.45 |
-5 | 15.23 |
0 | 0 |
5 | -15.23 |
10 | -30.45 |
Historische context
Josiah Wedgwood’s schaal was revolutionair voor zijn tijd. Zonder nauwkeurige thermometers mat hij oventemperaturen door kleiblokjes te bakken en hun grootteverandering te registreren. Ironisch genoeg overlapt zijn werkperiode (jaren 1780) met de ondergang van Newtons temperatuursysteem, dat al in 1740 grotendeels was vervangen.
Newton’s benadering was theoretischer. Hij verdeelde zijn schaal in 33 gelijke delen tussen smeltend ijs en kokende lijnolie, een concept dat later inspireerde voor de Celsius schaal. Toch bleef zijn methode onpraktisch door de moeilijk reproduceerbare referentiepunten.
Interessante feiten
- Keramische erfenis
Wedgwood’s kleimonsters zijn nog steeds te zien in het Victoria and Albert Museum, Londen. Sommige vertonen duidelijke krimpsporen van temperatuurmetingen. - Experimentele fout
Moderne analyses tonen dat Newton’s lijnolie waarschijnlijk verontreinigd was, waardoor zijn "kookpunt" eigenlijk rond 275°C lag in plaats van 335°C. - Industriële spionage
Wedgwood hield zijn methode geheim tot 1786 uit angst voor concurrentie. Werklieden moesten eden afleggen om geen details te onthullen. - Temperatuur in kunst
Het British Museum bezit een 18e-eeuws porseleinen bord waarop met Wedgwood-graden de baktemperatuur staat gegraveerd: "220°W voor ivoorglazuur". - Wetenschappelijke rivaliteit
Newton’s temperatuurwerk werd bekritiseerd door Leibniz, die het "een curiosum zonder nut" noemde. Hun conflict ging verder dan alleen calculus!
FAQ
Hoewel verouderd, blijft de Wedgwood-schaal relevant in historische studies van keramiek en 18e-eeuwse industriële processen.
Nee, de Newton-schaal vereist specifieke conversieformules omdat hij gebaseerd is op verouderde referentiepunten zoals linzaadolie.
Ja, omdat het nulpunt van de Wedgwood-schaal overeenkomt met ongeveer 1078°C, resulteert dit vaak in negatieve Newton-waarden.
Josiah Wedgwood gebruikte deze schaal vooral voor klei en porselein om hun smeltpunten tijdens bakprocessen te bepalen.
De formule is theoretisch correct, maar praktische metingen uit de 18e eeuw hadden beperkte precisie door gebrek aan gestandaardiseerde tools.