Réaumur naar Wedgwood: Een Reis door Temperatuurgeschiedenis
Heb je ooit een oud recept gevonden waarin de oven op "15°Wg" moet worden voorverwarmd? Of stuitte je op een 18e-eeuws wetenschappelijk manuscript met metingen in graden Réaumur? Dan snap je vast waarom deze conversie zo fascinerend is. Het is alsof je een tijdmachine bedient die speciaal gemaakt is voor temperatuurmetingen.
1 °Ré x 0,009615 = 0,009615 °Wg
Gerelateerde berekeningen
Unitdefinities
Wat is een Réaumur (°Ré)?
De Réaumur-schaal werd in 1730 ontwikkeld door de Franse wetenschapper René Antoine Ferchault de Réaumur. Zijn schaal verdeelde het verschil tussen het vriespunt en kookpunt van water in 80 gelijke delen. Vandaar dat water op 0°Ré bevriest en bij 80°Ré kookt. Tot de 19e eeuw was dit een populaire schaal in Europa, vooral in de voedingsindustrie. Wist je dat Zwitserse kaasmakers nog steeds soms naar deze eenheid verwijzen bij het maken van Appenzeller?
Wat is een Wedgwood (°Wg)?
Josiah Wedgwood (ja, dé keramiekpionier) bedacht in 1782 deze schaal om hoge oventemperaturen te meten. Eén Wedgwood-graad komt overeen met 130°C temperatuurstijging, gebaseerd op de krimp van een speciaal kleimonster. Hoewel volledig verouderd, geeft het ons inzicht in hoe ambachtslieden vroeger complexe processen zonder moderne tools beheersten.
Conversieformule
De wiskundige relatie tussen beide eenheden verloopt via Celsius:
- Réaumur naar Celsius: °C = °Ré × 1.25
- Celsius naar Wedgwood: °Wg = °C / 130
Gecombineerd wordt dit:
°Wg = °Ré × 0.009615
Of omgekeerd:
°Ré = °Wg × 104
Voorbeeldberekeningen
Voorbeeld 1:
Een 18e-eeuwse oveninstelling van 2.5°Wg omrekenen naar Réaumur:
2.5°Wg × 104 = 260°Ré
(Dit zou overigens overeenkomen met 325°C – extreem heet voor moderne standaarden)
Voorbeeld 2:
Een kaasrecept uit 1750 dat 32°Ré vereist:
32°Ré × 0.009615 ≈ 0.308°Wg
Dit laat zien hoe verschillend de toepassingsgebieden waren: lage temperaturen voor voedsel, hoge temperaturen voor keramiek.
Conversietabellen
Réaumur naar Wedgwood
Réaumur (°Ré) | Wedgwood (°Wg) |
---|---|
10 | 0.096 |
20 | 0.192 |
30 | 0.288 |
40 | 0.385 |
50 | 0.481 |
60 | 0.577 |
70 | 0.673 |
80 | 0.769 |
90 | 0.865 |
100 | 0.962 |
Wedgwood naar Réaumur
Wedgwood (°Wg) | Réaumur (°Ré) |
---|---|
0.1 | 10.4 |
0.2 | 20.8 |
0.3 | 31.2 |
0.4 | 41.6 |
0.5 | 52.0 |
0.6 | 62.4 |
0.7 | 72.8 |
0.8 | 83.2 |
0.9 | 93.6 |
1.0 | 104.0 |
Historische context en gebruik
De rivaliteit tussen temperatuurschalen in de 18e eeuw lijkt wel iets weg te hebben van moderne tech-competities. Terwijl Réaumur zijn schaal baseerde op de thermometrische eigenschappen van alcohol (later kwik), mat Wedgwood temperaturen door fysieke veranderingen in klei waar te nemen. Grappig genoeg hadden beide systemen één ding gemeen: ze waren ontworpen voor heel specifieke toepassingen in plaats van universeel gebruik.
In het Victoriaanse tijdperk probeerden sommige ingenieurs beide schalen te combineren bij het ontwerpen van industriële ovens. Dit leidde tot complexe conversietabellen die tegenwoordig vooral curiositeiten zijn voor historici. Toch zie je in musea soms oude meetinstrumenten met dubbele schaalverdelingen, stille getuigen van deze technologische evolutie.
Wist je dat...
- Keramiek als thermometer: Wedgwood kalibreerde zijn schaal door cilindervormige kleiproeven te bakken en hun lengteverlies te meten. Precies 1 inch krimp kwam overeen met 130°C – vandaar die specifieke conversiefactor.
- Kaasmakers zijn conservatief: In het Zwitserse kanton Appenzell gebruiken sommige kaasboeren nog Réaumur-thermometers omdat traditionele recepten hiernaar verwijzen. Een typisch fermentatieproces verloopt bijvoorbeeld tussen 20°Ré en 25°Ré.
- Wedgwood's praktische aanpak: In tegenstelling tot wetenschappers hield Josiah Wedgwood geen rekening met luchtdruk of hoogte. Zijn schaal werkte gewoon "goed genoeg" voor de praktische behoeften van pottenbakkers.
- Mislukte standaardisatie: In 1829 probeerde de Britse Royal Society beide schalen te harmoniseren, maar het ontbrak aan nauwkeurige referentiepunten. Dit leidde tot verwarring die pas eind 19e eeuw werd opgelost met de opkomst van Celsius en Fahrenheit.
- Extreme temperaturen: De maximale meetwaarde van de Wedgwood-schaal lag rond 10°Wg (1300°C). Ter vergelijking: moderne keramische ovens halen makkelijk 1800°C, wat verklaart waarom deze schaal in onbruik raakte.
FAQ
De Wedgwood-schaal werd vooral in de 18e eeuw gebruikt om hoge temperaturen in pottenbakkersovens te meten, gebaseerd op kleikrimp.
Ja, sommige kaasfabrieken in Europa gebruiken de Réaumur-schaal nog traditioneel bij het maken van bepaalde kazen.
De conversie is theoretisch exact, maar praktisch gezien hebben beide schalen beperkte nauwkeurigheid door hun historische meetmethoden.
Technisch wel, maar het wordt niet aanbevolen omdat de schaal geen erkende standaard meer is sinds de 19e eeuw.
Elke schaal ontstond vanuit specifieke technische behoeften of lokale tradities voordat standaardisatie plaatsvond.